De artistieke krijtlijnen van de biënnale voor videokunst in Mechelen werden voor het eerst getrokken met Contour 2003, de eerste door Contour Mechelen vzw georganiseerde biënnale: de verbinding van heden en verleden, de nadruk op bewegend beeld als een vorm van beeldende kunst, het artistieke belang van de presentatie, de focus op heel recent of nieuw werk. Bovendien werd toen al gezocht naar een evenwicht tussen boegbeelden en beloftevolle jonge talenten en werden er zowel Vlaamse als buitenlandse kunstenaars uitgenodigd. Etienne Van den Bergh selecteerde vijftien kunstenaars en verspreidde hen over acht locaties, dicht bij elkaar in het centrum van de stad.
De formule van de stadswandeling met videokunst op verschillende locaties sloeg aan. Voor het stadsevenement Mechelen 2005, Stad in Vrouwenhanden was Contour 2005 de pijler voor actuele kunst. Curator Cis Bierinckx haalde negentien kunstenaars naar Mechelen - onder hen vijftien vrouwen - en tilde de biënnale op een onmiskenbaar internationaal niveau. Het parcours maakte een cirkel door de stad en omvatte opmerkelijke ruimtes zoals het Stadhuis, het Oud Schepenhuis, de repetitieruimtes van nOna, de Sint-Romboutskathedraal, de Maria-Magdalenakapel en de Manufactuur De Wit.
Het potentieel qua nieuwe tentoonstellingslocaties in Mechelen is nog lang niet uitgeput, dat heeft de zoektocht naar imposante of juist verborgen en vergeten plekken in de stad voor de derde biënnale weer bewezen. Bewegend beeld als artistiek medium kent een grote dynamiek en als format (video-installaties in gebouwen die op wandelafstand van elkaar liggen) werkt de biënnale prima. Wel acht Contour Mechelen vzw het erg belangrijk dat de biënnale bij elke editie een 'artistieke injectie' krijgt. Daarom werken we telkens met een andere gastcurator en vormen we rond deze curator een team met tentoonstellingsarchitect(en) en grafisch vormgever. Elk van hen brengt haar of zijn visie mee - qua tentoonstellingsconcept en keuze voor bepaalde kunstenaars, qua voorkeur voor bepaalde locaties en omgang met de ruimtelijke opstelling van de installaties, qua vormgeving van meubilair, signalisatie en grafiek - en laat die voeden door de visies van de andere leden van het artistieke team. Zo wordt de min of meer strakke formule, die voor elke biënnale aangehouden wordt, een gelegenheid voor artistieke dialoog, waardoor elke tentoonstelling haar eigen karakter krijgt.